De ecoducten, ook wel bekend als ecologische bruggen, spelen een cruciale rol voor de veiligheid van dieren en automobilisten op verschillende plaatsen in de wereld. Deze constructies helpen het aantal wildongevallen te verminderen, terwijl ze bijdragen aan het behoud van de natuurlijke leefomgeving van dieren. De geschiedenis van ecologische bruggen gaat terug tot 1950, toen de eerste brug in Frankrijk werd gebouwd.
Sindsdien zijn deze bruggen en andere soortgelijke structuren, zoals wildoversteekplaatsen, afwateringssystemen of tunnels, wereldwijd steeds gebruikelijker geworden. Ze hebben zich vooral in Europa verspreid, waar bijvoorbeeld in Nederland 's werelds langste ecoduct te vinden is. Ook in Noord-Amerika bestaan tal van soortgelijke initiatieven, waaronder tientallen oversteekplaatsen in het Banff National Park in Canada. Tot de interessante voorbeelden in het artikel behoort het bijen-snelwegproject in Noorwegen, dat veilige nest- en voedselmogelijkheden biedt voor bijen. Op Kersteiland, Australië, wordt de veilige migratie van rode krabben ondersteund met plastic overgangen en tijdelijke wegafsluitingen. In Massachusetts worden tunnels gebruikt om salamanders veilig de wegen over te laten steken. De effectiviteit van ecoducten blijkt niet alleen in de preventie van ongevallen, maar ook in het behoud van het ecologisch evenwicht.
In Colorado bijvoorbeeld, toont een daling van 87% in het aantal wildongevallen het succes van dergelijke bruggen aan. De implementatie van deze oplossingen vereist echter zorgvuldige planning en uitgebreide samenwerking. Het artikel noemt Nieuw-Zeeland als bijzonder voorbeeld, waar vrijwilligers een ondergrondse tunnel voor kleine blauwe pinguïns hebben gebouwd om hen veilig over drukke wegen te laten passeren. Samenvattend zijn ecoducten en soortgelijke natuurbeschermingsoplossingen van groot belang voor het bevorderen van de harmonieuze coëxistentie van dieren en mensen, en het artikel geeft uitstekende voorbeelden van hun effectiviteit in verschillende landen.